Oplossingen voor koolstofvermindering
U kunt nu uw CO2e Scope 3 emissies verminderen en een certificaat ontvangen voor uw klimaatrapportage met de oplossingen voor koolstofvermindering van DFDS.
Geïntegreerde oplossingen
Logistieke oplossingenOplossingen voor de toeleveringsketen3PL4PLDistributiecentrumConnectiviteitsoplossingenProjectladingDouaneafhandelingOplossingen voor koolstofverminderingContractlogistiekMet het Klimaatdoelstellingsplan 2030 verhoogde de Commissie de ambitie van de EU om de uitstoot van broeikasgassen te verminderen tot ten minste 55% onder het niveau van 1990 in 2030.
Hoewel zeetransport een essentiële rol speelt in de economie van de EU en een van de meest energiezuinige vormen van transport is, vertegenwoordigt het op EU-niveau 3 tot 4% van de totale CO2-uitstoot. Om de uitstoot van broeikasgassen door de internationale scheepvaart aanzienlijk te verminderen, heeft de EU een aantal regelgevingen geïmplementeerd.
Wat betekent het ETS voor rederijen? Vanaf 2024 moeten rederijen die opereren tussen havens in de EU/EER jaarlijks EU-emissierechten (EUA's) betalen voor de uitstoot van broeikasgassen. Emissies zullen worden gerapporteerd en geverifieerd door de EU-monitoring, die na verloop van tijd meer emissietypen, scheepstypen en -groottes zal omvatten.
Wat is het doel van het toevoegen van de scheepvaart aan het Europees systeem voor emissiehandel? Het Europees systeem voor emissiehandel (ETS) is bedoeld als financiële stimulans voor scheepvaartmaatschappijen om hun BKG-uitstoot te verminderen in overeenstemming met het doel van de EU om in 2050 klimaatneutraal te zijn - een economie met een netto BKG-uitstoot van nul.
Schepen ETS geldt voor commerciële schepen die vracht of passagiers* vervoeren boven 5000 brutoton (GT).
Routes ETS dekt 100% van de emissies op reizen tussen EU/EER-havens en 50% van de emissies op reizen tussen een EU/EER-haven en een niet-EU/EER-haven.
*ETS-kosten worden opgesplitst tussen vracht en passagiers
De kosten voor naleving van ETS zijn aanzienlijk en zullen invloed hebben op onze activiteiten, kosten en contractuele overeenkomsten.
Net als bij eerdere verordeningen zullen we een toeslag invoeren op de markt om de hogere kosten te dekken die door de EU zijn geïmplementeerd. Klanten zullen daarom vanaf 1 januari 2024 een stand-alone toeslag moeten betalen.
Vanaf 1 januari 2024 zullen scheepvaartmaatschappijen de emissies monitoren volgens het herziene monitoringplan dat moet worden beoordeeld door verificateurs en goedgekeurd door de administratieve instantie.
Scheepvaartmaatschappijen moeten één keer per jaar een emissierapport indienen voor elk van de schepen die onder hun verantwoordelijkheid vallen, evenals een emissierapport op bedrijfsniveau. Alle emissieverslagen op scheeps- en bedrijfsniveau moeten voor 31 maart van het volgende jaar door een erkende verificateur worden geverifieerd.
Zodra de geaggregeerde emissiegegevens op bedrijfsniveau zijn geverifieerd en ingediend bij de administrerende instantie, moeten scheepvaartmaatschappijen het overeenkomstige aantal emissierechten in het EU-register inleveren tegen 30 september van dat jaar.
Nee. Rederijen moeten EU-emissierechten (EUA) inleveren (gebruiken) die overeenkomen met de hoeveelheid geaggregeerde emissiegegevens op bedrijfsniveau die moeten worden gerapporteerd in het kader van de EU-ETS-richtlijn. Koolstofkredieten of -certificaten kunnen niet worden gebruikt om aan het EU-ETS te voldoen.
Scheepvaartmaatschappijen die onder het EU-ETS vallen, moeten een goedgekeurd monitoringplan hebben voor het monitoren en rapporteren van jaarlijkse emissies. Elk jaar moeten bedrijven een emissierapport indienen voor elk van de schepen die onder hun verantwoordelijkheid vallen, evenals een emissierapport op bedrijfsniveau (waarin de scheepsgegevens worden samengevoegd die moeten worden gerapporteerd voor ETS-doeleinden).
De gegevens voor een bepaald jaar moeten worden geverifieerd door de rederijen die onder het EU ETS vallen. Scheepvaartmaatschappijen moeten ook een goedgekeurd monitoringplan hebben voor het monitoren en rapporteren van de jaarlijkse emissies. Elk jaar moeten bedrijven een emissierapport indienen voor elk schip dat onder hun verantwoordelijkheid valt, evenals een emissierapport op bedrijfsniveau (waarin de scheepsgegevens voor ETS-doeleinden worden samengevoegd). De gegevens voor een bepaald jaar moeten uiterlijk op 31 maart van het volgende jaar (of uiterlijk op 28 februari op verzoek van de administrerende instantie) door een geaccrediteerde verificateur worden geverifieerd. Zodra dit is geverifieerd, moeten bedrijven het equivalente aantal emissierechten inleveren (gebruiken) tegen 30 september van dat jaar.
Rederijen zijn sinds 2018 onderworpen aan de verplichtingen van de MRV-verordening. De gegevens moeten worden gerapporteerd via THETIS-MRV, een platform dat wordt beheerd door het Europees Agentschap voor maritieme veiligheid (EMSA) en dat onder andere de publicatie van betrouwbare gegevens over scheepsemissies mogelijk maakt.
Het herziene EU-ETS biedt via het innovatiefonds speciale steun om de maritieme sector sneller koolstofvrij te maken. Het innovatiefonds zou steun kunnen verlenen aan een grote verscheidenheid aan projecten en innovatieve oplossingen in de maritieme sector, in de hele sector en op schaal, onder meer met betrekking tot de productie en het gebruik van hernieuwbare en koolstofarme brandstoffen.
Naast het innovatiefonds moeten alle veilinginkomsten die aan de EU-lidstaten worden toegewezen, worden gebruikt voor klimaatgerelateerde doeleinden; en de lijst van deze doeleinden is uitgebreid met maatregelen om de maritieme sector koolstofvrij te maken. De lijst omvat ook de financiering van klimaatmaatregelen in kwetsbare derde landen, waaronder aanpassing aan de gevolgen van klimaatverandering.
Ons ETS-model is gebaseerd op een heffing per rijstroommeter, omdat we onze capaciteit verkopen op basis van rijstroommeters. De impact op ons verbruik en daarmee op onze uitstoot van gewicht is onbeduidend. Of de laatste trailer op een vol schip leeg is of geladen met het maximale laadvermogen, verandert niets aan het bunkerverbruik op een niveau dat we zelfs maar kunnen meten.
DFDS besluit om de industriestandaard voor RoRo-activiteiten te volgen, die momenteel de vergoeding per rijstroommeter weerspiegelt.